De Ait Bougmez-vallei, vaak de "Gelukkige Vallei" genoemd, en de indrukwekkende Vallei van de M’Goun vormen een paradijs voor wandelliefhebbers. Gelegen in het hart van het Hoge Atlasgebergte in Marokko, biedt dit gebied een spectaculair decor van ruige bergtoppen, groene terrassen, en traditionele Berberdorpen. Wandelingen hier brengen je door stille valleien, langs kabbelende rivieren en eeuwenoude lemen huizen. De paden variëren van rustige routes voor beginners tot uitdagende beklimmingen voor de ervaren wandelaar, zoals de tocht naar Jbel M’Goun, de op een na hoogste piek van Marokko. Onderweg word je verwelkomd door gastvrije Berbergemeenschappen die je met thee en hun rijke cultuur laten kennismaken. In de lente en zomer kleuren wilde bloemen de vallei, terwijl de herfst warme aardetinten brengt. De serene sfeer, adembenemende uitzichten en authentieke charme maken Ait Bougmez en de M’Goun-vallei tot een onvergetelijke wandelbestemming. Door botsing van de continentale platen van Afrika en Eurazië is in het noorden van Afrika een langwerpige bergketen omhoog gedrukt. Deze keten, de Hoge Atlas, scheidt het vlakke kustgebied van Marokko van de zuidelijker gelegen woestijn. Het landschap is een aaneenschakeling van vruchtbare plateaus, door snelstromende rivieren diep ingesleten kloven, door erosie afgeplatte bergtoppen en loodrechte bergwanden. De toppen reiken tot boven de 4000 meter. Gletsjers komen er niet voor, maar de hoge toppen zijn tot ver in het voorjaar met sneeuw bedekt. Met zijn 4071 meter is de M’Goun de op een na hoogste top van de Atlas. In tegenstelling tot de omgeving van de Toubkal, de hoogste berg van het land, zijn de bergpaden rond de M’Goun en in de vallei van de M’Goun rivier nog weinig betreden. Na de eerste week in Marrakech en Aït Bougmez begint u aan de trektocht door de vallei van de M’Goun. U ontmoet de begeleiders van de trektocht: berbers uit de vallei van Bougmez die het gebergte kennen als hun broekzak. Het zijn een berggids en een kok/muildier-begeleider. Het aantal begeleiders hangt af van het aantal deelnemers. De eerste dag van de trektocht loopt u in de richting van het dorp Tabant in het dal van Assif-n-Rbat. Na een eerste bivak in de buurt van het gehucht Aït Imi wordt de Col Tizi-n-Aït Imi (2905 m) beklommen en daalt u aan de andere kant af naar de vallei van de M’Goun. Eenmaal in de vallei daalt u geleidelijk af over paden die meestal de rivier volgen. U steekt deze vaak over, soms met de kuiten in het water. Tijdens twee dagetappes is de kloof op enkele plaatsen zo smal, dat u korte tijd door de rivier loopt. Hier staat het water hoger. Het zijn spectaculaire dagen. Iedereen met een goede conditie en ervaring met lopen door bergachtig terrein kan deze tocht maken. Er wordt regelmatig gestopt om foto’s te maken of thee te drinken bij een herder die naast het pad zijn kudde hoedt. Alle bagage wordt vervoerd op de muildieren. U draagt slechts uw dagrugzak met eigen spullen. U neemt een eigen slaapzak (klasse comfort +5) mee en overnacht in een tent, (slaapmat aanwezig) van de organisatie. De kok bereidt onderweg eenvoudige, smakelijke maaltijden. Er gaat voldoende drinkwater mee voor onderweg. Tijdens enkele bivakken heeft u de mogelijkheid tegen een kleine vergoeding een douche te nemen. In het voorjaar en in het begin van de zomer stroomt er nog voldoende water in de rivieren en bergbeken om u te kunnen wassen. ‘s Zomers en in het najaar neemt de hoeveelheid water af. De eerste nacht overnachting in een hotel in Marrakech. De 2e, 3e, 4e en 5e nacht overnachten we in een zogenaamde Gite. 6e, 7e, 8e, 9e, en 10e nacht overnachting in tenten. 11e nacht overnachting in hotel Marrakech.