Door de ‘geheime’ bergen op de grens van Zwitserland en Italië. Het Bedrettodal verbindt via de Nufenenpas de Zwitserse Kantons Wallis en Tessin. Aan de zuidrand van de Alpen-hoofdkam is de Italiaanse invloed op het leven zichtbaar, proefbaar en voelbaar. We maken een trektocht vanuit het prachtige dal het zuidelijke massief door, via het Italiaanse Val Formazza en het Binntal, en brengt ons het ‘grote genieten’ van het wandelen door de bergen. De route voert ons via prachtige gletsjerdalen over hoge passen. We klimmen naar een paar toppen waar we rondom uitzicht hebben richting de vele toppen van de zuidkant van de Alpen. Tijdens de trektocht overbruggen we hoogtes tussen 1730 en 3374 meter en zijn getuige van de enorme invloed van erosie die de vormen van dalen en bergen bepaalt. In gesprek met de bewoners krijg je een kleine inkijk in de wijze waarop de mensen hun bestaan leiden en waardering hebben voor je bezoek. We maken kennis met het huttenleven in de bergen en genieten van de luxe in de traditionele Locanda’s. Een week lang boven de boomgrens met warmte van de zomerzon en frisse nachten door de hoogte. Een echte ‘buitenweek’. Programma 1 | Aankomst in Al Acqua Het mooie van de reis naar Bedretto is dat de lengte meevalt terwijl je voor je gevoel heel ver weg bent. Kom je met openbaar vervoer dan is het verrassend makkelijk om met de trein naar Airolo te komen en met de postauto Locanda Orelli te bereiken. Met de auto is het vanaf Utrecht 895 kilometer. En vanaf Luzern geniet je al van de prachtige Zwitserse bergen. In Göschenen kun je kiezen of je de Gotthardpas óver gaat (en langs de Teufelsbrücke komt!) of dat je via de tunnel naar de andere kant van het massief rijdt. Beiden spreken tot je verbeelding: je bént in de Alpen. Aangekomen in Bedretto word je zeer hartelijk begroet door Michela en Alessandro van Locanda Orelli. Een typisch lokaal restaurant/hotel waar al sinds 1934 gegeten en gedronken wordt. Zij kennen de bergen, de verhalen die verteld worden en maken met passie gerechten klaar van streekproducten en doen hun uiterste best om je een bijzondere avond te laten beleven. Overnachting in Locanda Orelli in Bedretto op 1400 meter 2 | Start van de trekking naar de Cappana Cristallina op 2568 meter Na het heerlijke ontbijt starten we onze trektocht vanuit Locanda Orelli. We dalen een klein stukje en gaan langs de rivier Ticino, zoals het gelijknamige Kanton, richting de kloof waar de naam ‘Ri di Cristallina’ al duidt op ons doel van de dag: Capanna Cristallina. Als we opgewarmd zijn, stijgen we door de kloof tot ruim boven de boomgrens en komen in een adembenemend panorama. Val Tarta wordt omringd door toppen en de Tarta-gletsjer aan het einde van het dal is nog maar een deel van de enorme ijsmassa waarvan de stijl uitgesleten wanden en puinranden nog overblijfselen zijn. We lopen langs kleine kaarmeertjes en traverseren onder een machtige rotswand naar de Passo di Cristallina op 2568 meter. Onderweg komen we bijzondere plantjes tegen die in dit micro-klimaat goed bewaard zijn gebleven. De hut, voorzien van uitstekend sanitair en een prima keuken, heeft een bijzondere geschiedenis die je op de foto’s aan de wand terug kan lezen. Op de goed verzorgde kamers voor maximaal 8 personen met dekbedden kun je rugzak kwijt om daarna te genieten van een prachtige avond in de bergen. Ongeveer 1200 meter stijgen, 50 meter dalen en 9 km in 5 uur lopen 3 | Via een prachtig kaarmeer in een arena van toppen naar de Basòdino-hut Vroeg eruit! Het huttenleven start vroeg en we staan na het ontbijt voor een prachtige tocht: de beklimming van de Cima di Lago (2833 meter). Genietend van rondom indrukwekkende uitzichten, kunnen we een groot deel van onze hele trektocht overzien. In de verte reiken de pieken boven het Rhône-dal hoog naar de hemel terwijl honderden meters onder ons de stroompjes veranderen in kristalheldere, kolkende bergbeken. Hoog boven ons houdt een steenarend alles nauwlettend in de gaten. Na een kop thee en wat eten beginnen we aan de afdaling richting Lago Sfundau (2392 meter). Een plek waar de zon kan branden, waar gemzen en steenbokken komen drinken en waar je je ‘alleen op de wereld’ waant. We dalen verder af door ogenschijnlijk eindeloos rotslandschap. Hoog boven ons stukjes groen waar gegraasd wordt door viervoetige bergbewoners. Lager komend zien we hoe mensen de kracht van de natuur benutten en dammen bouwden om elektriciteit op te kunnen wekken. Na een lange afdaling strijken we neer op het terras met uitzicht op de Basòdino (3272 meter). Ongeveer 350m stijgen, 1050m dalen en 9,5 km in 5 uur lopen 4 | Langs de indrukwekkende Basòdino (3272 meter) naar de berghut Maria Louisa We laten het Lago di Robièi achter ons wanneer we ’s ochtends de klim beginnen door een diepe kloof. De hoge wanden en rotspartijen links en rechts verstillen nog meer in de vroege ochtend. Als het pad wat vlakker wordt staan we in een vruchtbare kleine kom waar koeien grazen en vogels zwierig hun sporen door de lucht trekken. Machtig torent de Basòdino boven ons uit, terwijl we de verfrissende wind vanaf de gletsjer aangename verkoeling voelen brengen. We stijgen verder naar het hoogste punt van deze dag, de Passo di Val Maggia op 2635 meter. Naar achter kijkend zien we onze route van de afgelopen dagen en westelijk turend zien we de Blinnenhorn al verschijnen. Wat een feest om hier te mogen staan! We dalen af door een puinhelling en zien de Basòdino vanaf de andere kant hoog opdoemen. In de hut worden we warm verwelkomd door huttenwaard. Na een verdiende douche schuiven we aan voor een onvervalst avondje Italiaans tafelen. Ongeveer 785m stijgen, 740m dalen, 12 km in 5:30 uur lopen 5 | Via de machtige Passo Nefelgiù (2583 m) naar het Lago di Vannino In Val Morasco worden in de winter langlaufwedstrijden gehouden maar nu grazen de Bettelmat-koeien hier op hun gemakje op de alpenweiden. Na het heerlijke ontbijt starten we deze lange dag met een klim naar de Passo Nefelgiù. Gemzen en steenbokken, een steenarend en vele marmotten geven ‘acte de présence’. De ‘koffie met koek’ zitten in de rugzak en we genieten van de grootse bergen rondom ons. Bij Rifugio Margaroli worden we met een grote glimlach ontvangen en staan ze klaar ons verblijf zo aangenaam mogelijk te maken. Ongeveer 860m stijgen en 420 m dalen, 9 km in 5:30 uur 6 | Over de toppen van de d’Arbola en Ofenhorn Het ochtendleven in een berghut gaat met vele rituelen en volgens jarenoude tradities. De beheerders van de hut doen hun uiterste best om ‘jouw huis’ zo goed mogelijk te organiseren. Het samenzijn van mensen, de gesprekken en de glimlach van de huttenwaard nemen we mee in onze herinneringen als we op weg gaan naar de volgende hut. Door een voormalige gletsjergeul stijgen we naar de Passo del Vannino. Elke stap brengt een nieuw uitzicht en als we uiteindelijk bovenop komen zien we de 3000-ders Hohsandhorn, Punta d’Arbola en de Blinnenhorn. Adembenemend! Via een klein stukje met stenen bezaaide gletsjer dalen we af richting het Lago di Sabbione. We verlaten de gletsjer om in de zijmorene het pad naar de Rifugio Claudio e Bruno te volgen. Een Italiaanse hut, opgezet door paters, waarvan de opbrengst naar een broedergemeenschap in Peru gaat, die BERGLEVEN ademt. Na een verfrissing gaan we met degenen die willen nog richting de Blinnenhorn (3374 meter) voor een indrukwekkend uitzicht over het Rhône-dal. Ongeveer 6 km, 740m stijgen en 210 dalen in 4,5 uur; Blinnenhorn 7 km, 840 meter stijgen en dalen 7 | Via de Blinnenhorn terug naar het Val Bedretto Hoog boven het Lago di Sabbione lopen we in de ochtendzon op weg naar de Bättelmatpas op 2600 meter. We gaan de grens weer over en zijn terug in Zwitserland na een paar dagen ‘Dolce Italia’. We kijken achterom naar de enorme Gries-gletsjer alvorens aan de lange geleidelijke afdaling door het Val Bedretto te beginnen. Langzaam verandert de vegetatie weer naar groener, meer struiken en uiteindelijk bereiken we de boomgrens. We drinken wat in de bijzondere ‘Refuge Corno-Gries’ en zien links en rechts de bergwanden stijl omhoog gaan, gevormd door grote gletsjers die hier ooit het dal uitgesleten hebben. In All Acqua proosten we in het gelijknamige hotel op een bijzondere week samen in de bergen en ‘het grote genieten’. Ongeveer 580m stijgen, 1450m dalen en 18,5 km in 7:30 uur lopen 8 | De laatste ‘espresso’ smaakt naar meer …! Na een heerlijk ontbijt met een echte espresso nemen we afscheid van de bergen en elkaar. Onderweg naar huis komen de herinneringen en prachtige momenten weer langs. Langzaam komt ons ‘kikkerlandje’ weer in zicht … Je kunt met elkaar in de auto makkelijk naar Bedretto rijden. Vanuit Utrecht is het net geen 900 kilometer. Bijna recht naar het zuiden rijdend kom je via Duitsland en Zwitserland (waar je een verplicht vignet voor nodig hebt) aan de andere kant van de Gotthard uit. In Airolo naar rechts en je rijdt zo het prachtige bergdorp Bedretto in. Kom je met openbaar vervoer dan stap je op elk willekeurig station in Nederland op, reis je via Frankfurt en Basel, om vervolgens via Göschenen door de Gotthardtunnel in Airolo uit te komen. Daar stap je over op de Postauto en word je voor de deur van Locanda Orelli afgezet. Wil je dat wij je ticket boeken? Geen probleem, geef het even aan bij je boeking. Voor jou gemak en handig om te weten: vrijwel alles is inclusief deze reis en je hoeft niet veel geld meer uit te geven tijdens de trektocht. Denk aan een drankje, extra’s voor de lunch en eventuele maaltijden die je op de heen- en terugreis nodig hebt.