Vier wandelingen Tijdens vier wandelroutes ontdek je onder meer de Mandercirkels, het grootste landschapskunstproject van Nederland, de historische watermolen van Bels (met terras), het bosrijke natuurreservaat Het Springendal en landgoed Schultenwolde met het meertje het Hondenven, een overblijfsel uit de laatste ijstijd. En, o ja, dan hebben we het nog niet gehad over sfeervol Ootmarsum met al z’n galeries en vakwerkhuizen. Doe er als de Poaskearls, de acht jonge mannen (Paaskerels) die tijdens het Paasfeest in Ootmarsum al slingerend door het dorp zwalken. Dat slingerend zwalken kun je ook op andere momenten van het jaar doen. Heb je meteen een reden om daarna zo’n gezellig terrasje te pakken. Ootmarsum Poaskearls wandel vakantie tubbergenOotmarsum Poaskearls wandel vakantie tubbergen Kunst op de heide Op de Manderheide, tegen de Duitse grens aan, liggen twee immense cirkels met een doorsnede van zo’n 340 en 380 meter. In de jaren dertig van de vorige eeuw zag textielfabrikant en grootgrondbezitter Gerhard Jannink in Noord-Amerika akkers in de vorm van zulke cirkels. Dat wilde hij hier ook. Afwisselend verbouwde Jannink hier rogge, haver, aardappels en mais. In 1991 werd de grond verkocht aan Landschap Overijssel. Die gaf kunstenaar Paul de Kort de opdracht het gebied opnieuw in te richten. Rond één cirkel werd een greppel aangelegd en in het midden een spiraalvormig labyrint. De andere kreeg een wal met in het midden een verhoging als van een grafheuvel. Landschapskunst dus. Stadswallen nog volgen Het stadje is dan wel oud (gesticht in 126 na Christus), maar gaat niet gebukt onder de hoge leeftijd. Othmarsheim werd Ootmarsum dat zich gelukkig mocht prijzen aan de handelsroute van westelijk Nederland naar noordelijk Duitsland te liggen. In 1300 kreeg het stadsrechten met zelfs heuse grachten, stadwallen en -poorten. Tijdens de Tachtigjarige oorlog liet prins Maurits dit alles echter weer dempen en slechten. Maar tot op de dag van vandaag kun je hun loop nog volgen. Lekker puh, Maurits. Landgoed Springendal Ruim honderd jaar geleden kocht textieldirecteur Jannink het gebied Springendal aan. Het al eeuwenoude landbouwgebied werd een landgoed met veel Engelse kenmerken. Zo werden de middeleeuwse essen omzoomd door bomen. Verder kwam er een structuur van lanen, waterdoorgangen, bronnen en beken. Opborrelend water vormt een drietal vijvers, die op hun beurt weer de Springendalsebeek voeden.