individuele reizen
Twentepad
-
6
dagen
Wandelen in het onvolprezen Twente
zwaarte
Het volledig gemarkeerde Twentepad biedt je de mogelijkheid het bijzondere Twente, met z’n coulisselandschap, buitenhuizen, watermolens en sfeerdorpen, goed te ontdekken. De hotels liggen aan of in de nabijheid van het pad en staan garant voor de spreekwoordelijke Twentse gastvrijheid.
Het onvolprezene Twente
“Er ligt tussen Dinkel en Regge een land, ons schone en nijvere Twente. Het land van de arbeid, het land der natuur, het steeds onvolprezene Twente…” Het volkslied van Twente verraadt al wat je tijdens het Twentepad gaat ontdekken: snelstromende beekjes, golvende essen met goudgeel graan en een heide in het paarsrode kleed, om maar wat te noemen.
Over zandpaden
Je wandelt voornamelijk door het Nationaal Landschap Noordoost Twente. Op de eerste dag een stadswandeling in Almelo. Daarna in vijf etappes naar Tubbergen, Ootmarsum, Oldenzaal, Hertme en weer Almelo. En dat vooral over onverharde wegen en zandpaden. Vanuit Tubbergen wandel je door een veengebied naar de Duitse grens. Die bereik je bij natuurreservaat de Manderheide en de Cirkels van Jannink. En via een voormalig smokkelpad kom je Ootmarsum binnen. Ook landgoed Singraven, de Tankenberg en de watermolens van Bels en Frans komen voorbij.
Mooi Ootmarsum
Geen zwerfvuil op straat, geen onkruid tussen de klinkers… De inwoners zijn zuinig op hun stadje. In het jaar 126 sticht de Frankische veldheer Othmar het dorp en gaf het de naam Othmarsheim. Dat werd langzaamaan Ootmarsum. Dankzij de ligging aan de handelsroute naar Duitsland kende in 1300 de bisschop van Utrecht Ootmarsum stadsrechten toe. Daarmee werd het een vestingstadje, met stadswallen, poorten en grachten. Maar tijdens de Tachtigjarige Oorlog gaat Prins Maurits over tot ontmanteling. Grachten werden gedempt, muren weer geslecht. Hun loop is vandaag de dag nog steeds te volgen
Spoken bij Singraven
Het landgoed Singraven ligt er vredig bij, maar schijn bedriegt. Op het kasteel spookt het al eeuwen. Rond 1505 was het tien jaar lang bewoond door de nonnen van het Oldenzaalse Begijnenklooster. Eén begijntje liep er bijna letterlijk met haar kop tegen de muur. Ze zou onkuise handelingen met enkele dorpelingen hebben verricht. Toen zij door de andere nonnen werd ontmaskerd, volgde een schijnproces. De uitslag liet zich raden. De non kreeg een voor die tijd gebruikelijke straf: ze werd levend in een muur gemetseld. Dagenlang konden de bewoners in de omgeving haar jammerklachten horen. Vanaf het moment dat het stil werd, spookt het op het stijlvolle kasteel.
Almelo telkens op groen
“In Almelo is altijd wat te doen; een stoplicht springt op rood, een ander weer op groen.” De grap van Herman Finkers stamt uit een periode waarin Almelo nog sterk te lijden had onder de teloorgang van de textielindustrie. Nu, jaren verder, is de stad nog steeds bezig zichzelf opnieuw te ontwikkelen. Al wandelend maak je kennis met het historisch erfgoed, het textielverleden en de hedendaagse vernieuwingen.